Vluchtelingendemonstratie 2004 Keer het Tij

De PvdA heeft de allochtone achterban verdacht gemaakt.


De PvdA weigert stelling te nemen tegen het rechts-conservatieve populisme. De partij is de allochtone stem zo niet waard. Stem dus progressief, adviseert Mohammed Benzakour.

Gepubliceerd in NRC op 8 februari 2010

Het is rap gegaan. Kortgeleden nog stond Nederland te boek als een van de meest open westerse samenlevingen. De laatste jaren echter zijn de luiken hardhandig dichtgegooid.

De roep om liberaal pluralisme is verworden tot kleffe saamhorigheid, de stimulans tot maatschappelijke participatie is omgeslagen in gedwongen conformisme, en onderwijl zwaait de vox populi de scepter in Den Haag. Zo radicaal als vijftig jaar geleden de overgang werd gemaakt van een kleingeestige, bijbelse natie naar een progressief, vrijzinnig land, zo radicaal is de stemming de laatste jaren teruggedraaid. Illustratief is het feit dat van alle westerse landen Nederland het hoogst scoort (51 procent) in zijn negativiteit jegens moslims – hoger dan Engeland (14 procent) en de Verenigde Staten (22 procent), die beide getroffen zijn door terroristische aanslagen (bron: Pew Research Center).

Aan deze ‘closing of the Dutch mind’ liggen hoofdzakelijk electorale motieven ten grondslag, welke hun wortels vinden in vaak opgeklopte angsten en vijandbeelden. Den Haag en Hilversum, krant en lezer, tv en kijker, website en internetter – er ontspinnen zich riskante wisselwerkingen. Hoe onstuitbaar de Telegrafisering is van de samenleving, werd onlangs nog bekrachtigd door de toetreding van Wakker Nederland en PowNed tot het bestel. Waarom horen we zo weinig weerwoord tegenover de volksmenners van de burgerlijke verongelijktheid?

Neem de recente Den Uyl-lezing. Daarin sprak PvdA-partijleider Wouter Bos dan eindelijk zijn mea culpa uit over de doodlopende koers van de Derde Weg en het inherente marktdenken. Voor dit ontwaken verdient Bos een pluim.

Niettemin liet hij een kans liggen. Waarom niet meteen afgerekend met het rechts-conservatieve populisme dat politiek en debat al zo lang bemorst?

Vergeetachtigheid? Hoe dan ook een fikse misser, zo vlak voor de verkiezingen. Want in het gevecht om ‘de allochtone stem’ – dit is niet de muezzin die bij het ochtendgloren tot het gebed oproept – staat veel op het spel. Tien procent van de stedelingen is van niet-westerse afkomst. In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag ligt het percentage zelfs drie keer zo hoog en vormt de jeugd her en der al een forse meerderheid. De allochtone stem is voor de grote partijen van strategisch belang in de slag om de macht in de steden. Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen in 2006 won de PvdA deze slag glorieus, waarmee de sociaal-democraten hun oude machtspositie in de steden heroverden.

Maar reeds de volgende dag kregen het trouwe allochtone electoraat en zijn kandidaten in plaats van een dankbetuiging een koude douche. Toen de winsten geteld waren, haastte Bos zich te excuseren dat de PvdA beslist ‘geen allochtonenpartij’ is en dat de volgende keer meer op ‘kwaliteit’ moest worden gelet.

Een voorbode op wat ging komen. Neem bijvoorbeeld de PvdA integratienota Verdeeld verleden, gedeelde toekomst. Daarin staat dat culturele misstanden voortaan worden benoemd en ‘keihard’ aangepakt. Voorzitter Lilianne Ploumen verklaarde: „De fout die we nooit meer mogen maken, is het inslikken van kritiek op culturen of religies omwille van de tolerantie.” De nota begint met een opsomming van misstanden. „Migranten en hun kinderen vallen vaker uit op school dan oorspronkelijke Nederlanders, ze zijn vaker werkloos, afhankelijk van een uitkering en slachtoffer van geweld achter de voordeur. Sommige groepen zijn vaker betrokken bij criminaliteit en overlast.”

Reële misstanden, zeker. Maar waar van een sociaal-democratische partij verwacht mag worden de misstanden in een sociaal-historische context te kaderen, is het cultuur en religie wat de modieuze klok slaat. Beseft de partij dan niet dat een culturele focus al gauw als excuus werkt voor een racistisch discours daar waar geen andere verklaring geboden wordt dan het enkelvoudige feit dat hier sprake is van mensen van een andere religie en komaf? Hoe dat excuus precies uitwerkt, lezen we dagelijks in de krantenkolommen en zien we aan de polls van de PVV.

Het politiek geweten lijkt ineens vergeten dat begin jaren zestig het bedrijfsleven massaal laaggeschoolde arbeiders uit Turkije en Marokko rekruteerde. Toen hoefden deze ‘gastarbeiders’ niet te integreren, liever niet zelfs. Vanwege de recessie eind jaren zeventig werden deze mensen keurig geloosd in de bijstand, terwijl Nederland in rap tempo in een neoliberale kenniseconomie veranderde waarin niet langer plaats is voor laagopgeleide arbeidskrachten.

Aldus werd een complete generatie migranten eerst binnengehaald, daarna als onbruikbaar materiaal weggestopt in zwarte wijken – en nu zouden dezelfde migranten en hun kroost vanwege hun culture achtergrond schuld dragen voor een vermeend gebrek aan participatie en integratie?

Oud-minister Ella Vogelaar (Integratie) leek dat inzicht nog te hebben, maar bleek voor de PvdA-top een anachronisme. Stapels onderzoeksrapporten uit binnen- en buitenland hebben altijd verklaard waarom laagopgeleide bewoners uit achterstandwijken systematisch oververtegenwoordigd zijn in werkloosheids- en criminaliteitscijfers. Cijfers waarbij – het zal Den Haag verbazen – etniciteit of religie geen of een zéér afgeleide rol speelt.

Hoe vallen sociaal zwakkeren te verheffen als telkens hun religieuze identiteit verdacht wordt gemaakt en, steeds vaker, gekrenkt – onder de vlag, natuurlijk, van ‘vrijheid van meningsuiting’? Alle statistieken wijzen erop dat allochtonen gemiddeld het slechtste onderwijs genieten en gemiddeld in de erbarmelijkste wijken wonen – dáár is werk aan de winkel. Met nieuwbakken etiketten als ‘Nieuwe Nederlanders’ kom je er niet.

Je zou ook kunnen stellen: een land waar het integratiedebat vernauwd is tot een handjevol boerka’s en handenschudweigeraars, een zittende advocaat, een flutfilmpje, een schoolkerstboom en een uit de hand gelopen burenruzie – in zo’n land zit het wel snor met de integratie. En feitelijk is dat ook zo: het is een prestatie van formaat als al binnen twee generaties de contouren zichtbaar zijn van een heuse allochtone middenklasse; ondernemers, nieuwslezers, advocaten, ambtenaren, journalisten, voetballers, promovendi én schrijvers die soms sterker dan hun Nederlandse vakgenoten als erfgenamen optreden van Reve en Couperus.

Provinciaals is daarom ook de Haagse omhelzing van noties als ‘natie’, ‘de nationale cultuur’ en ‘geschiedenis’ als dragers van een ‘samenbindende identiteit’. Dit betoog past prima binnen het soort beschavingsoffensief waarin nauwelijks plek is voor de kosmopolitische, multiculturele realiteit van alledag.

Ineens gaat het lied niet meer over universele waarden en mensenrechten, maar over culturen en nationale waarden in een nogal polariserende wij-zij-constellatie. Een lied waarvan de melodie doorklinkt in ons buitenlandse beleid. Welk gewicht en geloofwaardigheid hebben de volken- en mensenrechten van minister Maxime Verhagen (Buitenlandse Zaken, CDA) als ze gedumpt worden als er een bondgenoot in het geding is? We zagen het in de Irak-oorlog, de Afghanistan-oorlog, we zien het dagelijks in het Midden-Oostenconflict; brandhaarden waarvan de ontwrichtende uitwerking tot diep in onze binnensteden voelbaar is, kwesties waarop steeds meer (moslim)burgers hun stemkeuze beoordelen, óók bij lokale verkiezingen.

Er is meer, maar kortgezegd: de knieval die Den Haag (uitzonderingen van enkele moedige Kamerleden, lokale afdelingen en ex-politici daargelaten) heeft gemaakt voor de waan van de onderbuik, heeft ervoor gezorgd dat de tijd dat de allochtone kiezer vanzelfsprekend zijn onderdak vond bij het CDA en, vooral, de PvdA voorbij is. In Slotervaart, bijvoorbeeld, heeft de Marokkaanse gemeenschap al vaker dan drie keer de haan horen kraaien.

Al met al is de tijd aangebroken dat de allochtone (moslim)burger zijn kwantiteit omzet in kwaliteit, door zijn stem te verheffen – in de meest letterlijke zin: stem progressief.

Mede ondertekend door:

Miriyam Aouragh, research fellow Oxford University,
Ilhan Akel, directeur Nederlands Centrum Buitenlanders,
Salima Belhaj, fractievoorzitter/lijsttrekker D66 Rotterdam,
Marion Bloem, schrijfster,
Brahim Bourzik, Landelijke Beraad Marokkanen,
René Danen, voorzitter Nederland Bekent Kleur,
Layla Hacena, voorzitter Participatie Team Rotterdam,
Peyman Jafari, politicoloog Universiteit van Amsterdam,
Chris Keulemans, schrijver,
Halim el Madkouri, programmamanager Forum,
Mohammed Rabbae, oud-Kamerlid GroenLinks,
Wasif Shadid, emeritus hoogleraar interculturele communicatie,
Ivan Wolffers, schrijver, arts en hoogleraar VU,
Nuweira Youskine, islamologe en journaliste.

Foto: Vluchtelingendemonstratie 2004 Keer het Tij (foto: KHT/Prikkel)


Meest recente berichten: